In 2014 ontdekten onderzoekers een enorme krater in Siberië. Kort daarna werden nog meer kraters gevonden en tegenwoordig zijn er in totaal acht soortgelijke kraters bekend.
Sommige kraters zijn wel 40 meter breed en 164 meter diep. De oorzaak van hun ontstaan is nog steeds onduidelijk, maar het staat vast dat ze grote hoeveelheden methaan vrijgeven – een krachtig broeikasgas.
Volgens één hypothese zijn ze ontstaan door meteorietinslagen, terwijl andere onderzoekers denken dat de oorzaak te zoeken is in de opwarming van de permafrost en het smelten van zoutwaterzakken of gashoudende grond.
Onderzoekers hebben zich echter afgevraagd waarom dit fenomeen alleen in Siberië voorkomt – nu biedt nieuw onderzoek een antwoord.
Een internationale groep onderzoekers onder leiding van de Universiteit van Oslo heeft nieuwe modellen gebruikt om de gigantische kuilen te onderzoeken. De kuilen bevinden zich meer bepaald op de schiereilanden Jamal en Gydan in Noordwest-Siberië.
De meest gangbare verklaring voor gaskraters (GEC) zijn oppervlakteprocessen, zoals het smelten van permafrost.
Het smelten wordt versterkt door zoutwaterzakken en de afbraak van methaanclathraat, oftewel methaanhydraat. Methaanclathraat is wit, poreus ijs waarin methaan in de kristalstructuur van het waterijs zit. De verklaring ligt echter dieper.
Als een zware plug
Door de permafrostlagen te modelleren, kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat kleine en laaggelegen gasbellen niet genoeg kracht kunnen produceren om gigantische kraters te creëren.
In plaats daarvan wijst alles erop dat grote ondergrondse gasvoorraden – met name methaan – via scheuren en verschuivingen in de bodem omhoog worden gedrukt en een enorme druk onder de bevroren grond creëren.
Wanneer de druk te groot wordt, barst het oppervlak open en blijft er een verticale krater achter, die later met water en ijs wordt gevuld.
De verschuivingen vinden plaats in gebieden met grote aardgasvoorraden, en wanneer ze meren en rivieren overschrijden, ontstaan er permanent smeltende gebieden in de bodem. Deze verzwakken de structuur van de permafrost.
Juist deze zwakke plekken maken het mogelijk dat methaan en warmte ontsnappen en grote kraters ontstaan.
Hoewel klimaatverandering niet direct de oorzaak is van de explosies, heeft het er wel indirect invloed op.
Tegelijkertijd komt bij elke krater een grote hoeveelheid methaan vrij, wat de opwarming versterkt en zo een spiraal van klimaatverandering kan veroorzaken.