22 jaar onderzoek toont aan dat organische bodemverbeteraars de hoeveelheid beschermde koolstof in niet-geploegde landbouwgrond verdubbelen.
- Bodem die alleen met organische meststoffen is behandeld: meer koolstof, meer microbieel leven.
- 22 jaar zonder grondbewerking: sleutel tot stabiliteit op lange termijn.
- Röntgenfoto laat zien waar koolstof werkelijk wordt opgeslagen.
- Compost en mest: effectiever dan kunstmest.
- Directe gevolgen voor landbouw en klimaatverandering.
Wetenschappers onthullen opzienbarende resultaten na analyse van landbouwgrond die alleen met organische meststoffen is behandeld
Onder onze voeten fungeert de landbouwgrond als een gigantisch ondergronds netwerk dat niet alleen de mensheid voedt, maar ook het klimaat reguleert door koolstof op te slaan. Niet alle bodems doen dit echter op dezelfde manier. Het verschil zit hem in hoe ze worden beheerd.
Onderzoek onder leiding van de Kansas State University heeft aangetoond dat het exclusieve gebruik van organische bodemverbeteraars —zoals compost en mest— op niet-geploegde velden gedurende meer dan twee decennia verbluffende resultaten oplevert wat betreft het vermogen van de bodem om koolstof op een stabiele manier op te slaan. Deze studie, gebaseerd op geavanceerde technologie, levert direct bewijs voor wat jarenlang alleen maar werd vermoed: koolstof hoopt zich niet alleen op, maar kan ook worden opgeslagen op plaatsen waar het decennialang blijft.
Waarom is het belangrijk waar koolstof wordt opgeslagen?
Het is niet voldoende dat koolstof in de bodem terechtkomt. De sleutel ligt in hoe en waar het wordt vastgehouden. Koolstof dat zich hecht aan mineralen of zich nestelt in microporiën in bodemaggregaten kan daar lange tijd blijven, buiten het bereik van microben en zuurstof, die het zouden omzetten in kooldioxide.
Dankzij instrumenten zoals synchrotron-röntgenbeelden kon het team de koolstof observeren zonder de bodemstructuur te verstoren en precies vaststellen waar deze opgesloten zit: in microaggregaten, gehecht aan mineralen zoals ijzer en aluminium, of gebonden aan microbenresten.
Compost en mest: meer dan alleen voedingsstoffen
In tegenstelling tot kunstmest, die voornamelijk stikstof levert, bevatten organische bodemverbeteraars een cocktail van complexe organische moleculen, micronutriënten en levende microbiële gemeenschappen. Dit soort input voedt niet alleen de planten, maar ook de microben in de bodem, die essentieel zijn voor de vorming van stabiele aggregaten die koolstof vasthouden.
Uit het onderzoek bleek dat bodems die met compost of mest waren behandeld:
- Een hoger totaal koolstofgehalte hadden.
- Meer koolstof in beschermde microporiën.
- Een grotere hoeveelheid microbiële koolstof, zowel levend als in de vorm van necromassa, een belangrijk onderdeel van de meest stabiele fractie van koolstof in de bodem.
Deze resultaten wijzen erop dat de kwaliteit van de toegevoegde koolstof en de bijbehorende microbiële omgeving cruciale factoren zijn voor het behoud ervan in de bodem.
Regeneratieve landbouw met wetenschappelijke ondersteuning
Het opmerkelijke aan de studie is dat ze hoogwaardige wetenschap combineert met echte, langdurige landbouwpraktijken. De 22 jaar zonder grondbewerking en het voortdurende gebruik van organische bodemverbeteraars vormden het ideale scenario om processen te observeren die zich alleen in de loop van de tijd manifesteren. Dit is dus geen laboratoriumexperiment, maar empirisch bewijs in een echte context van maïsteelt in Kansas.
Bovendien komen de bevindingen overeen met andere internationale ervaringen. Projecten zoals 4 per 1000, dat sinds 2015 door Frankrijk wordt gepromoot, stimuleren juist deze aanpak: het verhogen van de koolstof in landbouwgrond om klimaatverandering tegen te gaan. Er zijn ook lokale voorbeelden, zoals boerderijen in Navarra en Catalonië die de bodemstructuur en het watervasthoudend vermogen hebben verbeterd met vergelijkbare systemen.
Beperkingen en realistische context
Hoewel de resultaten veelbelovend zijn, vervallen de onderzoekers niet in simplificatie. Het aanbrengen van compost of mest is niet in alle regio’s haalbaar. Er zijn logistieke (transport, opslag), economische (kosten per ton) en ecologische (emissies tijdens het beheer van mest) uitdagingen. Bovendien reageren niet alle bodems op dezelfde manier: de textuur, de pH en het lokale klimaat zijn bepalend.
Daarom biedt dit onderzoek geen universeel recept, maar een leidraad om landbouwbeslissingen te verfijnen op basis van wetenschappelijke gegevens. Als we weten welke praktijken echt bevorderlijk zijn voor koolstofopslag, kunnen we een effectiever overheidsbeleid en agronomische strategieën ontwikkelen die zijn aangepast aan elke regio.