De pensioengerechtigde leeftijd in Italië evolueert in functie van de levensverwachting. Een mechanisme dat vandaag door de regering-Meloni in vraag wordt gesteld, met het risico dat de overheidsfinanciën daaronder lijden.
In tegenstelling tot Frankrijk en Duitsland, waar de leiders de bevolking langer willen laten werken, staat Italië op het punt om “stop” te zeggen. Volgens de Financial Times overweegt de regering van Giorgia Meloni om de pensioengerechtigde leeftijd te bevriezen op 67 jaar, het huidige niveau dat al een van de hoogste in Europa is.
Sinds de staatsschuldencrisis in de eurozone heeft Italië verschillende maatregelen genomen om de markten gerust te stellen, waaronder de invoering van een mechanisme dat de pensioenleeftijd indexeert aan de levensverwachting, met een herziening om de twee jaar indien nodig.
De laatste herziening vond plaats in 2019, toen de pensioenleeftijd werd verhoogd tot 67 jaar. Deze leeftijd zou vanaf 2027 met drie maanden worden verhoogd. Volgens het Italiaanse bureau voor de statistiek, Istat, zou de pensioenleeftijd, gezien de levensverwachting, in 2031 verder stijgen tot 67 jaar en 9 maanden en vanaf 2051 tot 69 jaar en 6 maanden.
Een risico voor de schuldontwikkeling
De vakbonden, die nu eisen dat er een einde komt aan deze automatische verhogingen, lijken de steun van de regering te hebben. Het koppelen van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting is “een wreed beleid ten opzichte van de werknemers”, aldus Claudio Durigon, staatssecretaris van Arbeid en lid van de extreemrechtse partij Lega.
Hij gaf ook aan dat Giorgia Meloni bereid was om het mechanisme te herzien. Minister van Financiën Giancarlo Giorgetti had van zijn kant verklaard dat hij bereid was de automatische verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd tot 2029 op te schorten. Maar het idee is “nog in bespreking” en bij elke beslissing moet rekening worden gehouden met “de algemene economische situatie”, zei hij tegen de Financial Times.
En terecht: hoewel Italië erin geslaagd is zijn overheidsfinanciën te saneren en geprezen werd door de ratingbureaus, blijft de situatie fragiel met een schuld van 135 % van het bbp. Bovendien kent het land een van de snelste bevolkingsdalingen in Europa, met een snel vergrijzende bevolking en een vruchtbaarheidsindex van slechts 1,2 kinderen per vrouw.
In deze context zou de afschaffing van het mechanisme waarbij de pensioengerechtigde leeftijd wordt geïndexeerd aan de levensverwachting Italië tegen 2040 0,4 procentpunt van het bbp kunnen kosten en zou de schuld in 2031 kunnen stijgen tot 139% van het nationaal inkomen, tegenover 132% zoals momenteel wordt verwacht.
“Dit mechanisme is zeer waardevol en mag niet worden gewijzigd… (anders) zullen de gevolgen voor de Italiaanse overheidsschuld vrij dramatisch zijn”, waarschuwde Tito Boeri, voormalig voorzitter van Istat, in de Financial Times.