De Canarische archipel bewaart een geheim van enorme culturele en economische waarde dat afkomstig is van een klein insect dat wordt gekweekt op cactusbladeren. Het gaat om de cochenille, die sinds 2016 erkend is met de beschermde oorsprongsbenaming (BOB) “Cochinilla de Canarias”, een onderscheiding die het tot een unieke schat in de Europese Unie maakt.
De cochenille van de Canarische Eilanden, een uniek landbouwproduct met BOB in Europa
Dit insect, waaruit karmijnzuur wordt gewonnen, vormt de basis van een van de meest gewaardeerde natuurlijke rode pigmenten ter wereld. Het Canarische karmijn, met de code E-120 in levensmiddelen of CI 75470 in cosmetica, geeft kleur aan frisdranken, snoepjes, lippenstift of traditionele weefsels.
Wat de cochenille van de Canarische Eilanden onderscheidt van die van andere producerende landen, is de link met het droge klimaat van de archipel en een ambachtelijk productieproces dat de eeuwen heeft doorstaan.
De BOB garandeert dat dit product voldoet aan de kwaliteits- en authenticiteitsparameters en dat de teeltmethode van generatie op generatie wordt doorgegeven.
De methode is nog steeds handmatig: van het kweken in cactusplanten, via het met de hand oogsten met traditionele gereedschappen, tot het drogen in de zon, een proces dat onmisbaar is om de authenticiteit door Brussel te laten garanderen.
Geschiedenis van de cochenille op de Canarische Eilanden
De oorsprong van de cochenille ligt in Meso-Amerika, waar het al in de pre-Spaanse tijd als kleurstof werd gebruikt. Het kwam aan het begin van de 19e eeuw op de Canarische Eilanden aan, in een context van landbouwcrisis op de eilanden.
Volgens Marca Canaria was de introductie van het insect een alternatief voor in verval geraakte gewassen, zoals wijnstokken en suiker, en viel het samen met de expansie van de Europese textielindustrie.
Gedurende meerdere decennia werd karmijn de economische motor van de archipel. Engeland en Frankrijk waren de belangrijkste afnemers van dit pigment, dat toen als een luxeproduct werd beschouwd.
Met de opkomst van synthetische kleurstoffen aan het einde van de 19e eeuw verloor de cochenille echter zijn belangrijke rol in de buitenlandse handel en werd het verdrongen door de opkomst van bananen en tomaten. Toch is de teelt ervan in gebieden als Mala en Guatiza op Lanzarote nooit helemaal verdwenen, waardoor de traditie in stand is gebleven.
De ambachtelijke productie van cochenille op de Canarische Eilanden
Cochenille wordt gekweekt op de tunera, een cactus die de perfecte omgeving biedt voor dit insect. Alleen de grotere vrouwtjes bevatten de kostbare kleurstof.
Het proces begint met het inoculeren van de planten met kleine zakjes, “rengues” genaamd, gaat verder met het handmatig verzamelen van de meest ontwikkelde exemplaren en eindigt met een natuurlijke droging in de zon, een essentiële vereiste om aan de Europese normen te voldoen.
Dankzij dit ambachtelijke systeem behouden de Canarische Eilanden een landbouwmethode die duurzaamheid en traditie combineert, wat een toegevoegde waarde oplevert ten opzichte van de geïndustrialiseerde productie in andere landen.
Ondanks de concurrentie van landen als Peru en Mexico behoudt de Canarische cochenille vandaag de dag een bevoorrechte positie dankzij de Europese bescherming. Volgens Atlántico Hoy heeft de BOB een sector beschermd die een bron van inkomsten vormt voor lokale producenten en een symbool is van culturele identiteit en duurzame landbouwpraktijken.