De vondst verrast archeologen: zeven keramische urnen met botten, vissen en schildpadden onthullen weinig bekende rituelen van precolumbiaanse samenlevingen. Een toevallige vondst door een groep archeologen in het Amazonewoud heeft wereldwijd nieuws gehaald. Leden van een lokale gemeenschap in Fonte Boa, in de Braziliaanse staat Amazonas, stuitten op iets onverwachts toen ze een boom bij het Lago do Cochila omhakten: zeven grote keramische urnen die niet diep begraven lagen. Archeologen bevestigden dat er menselijke botten, schildpadden en visresten in zaten. Een ongebruikelijke combinatie die nieuwe vragen oproept over de begrafenisrituelen van precolumbiaanse samenlevingen in Zuid-Amerika.
De vondst werd bevestigd in een gezamenlijke verklaring van het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling van Mamirauá en de gemeenschapsleiders, in het kader van een participatief onderzoeksmodel waarbij wetenschappers en bewoners betrokken zijn. Volgens archeologe Geórgea Layla Holanda waren de urnen waarschijnlijk verzegeld met organisch materiaal dat nu verdwenen is en lagen ze begraven onder oude inheemse woningen.
Voor archeologen is niet alleen de inhoud van de urnen veelzeggend, maar ook de context waarin ze zijn gevonden: een kunstmatig eiland, aangelegd om het bewoonbare terrein boven het waterpeil van de rivier Solimões te brengen. Dit detail verbindt de vondst met andere studies die zijn gepubliceerd in tijdschriften als PNAS en door het INPA, waarin wordt gesteld dat de Amazonebevolking duizenden jaren eerder dan gedacht geavanceerde technieken voor milieubeheer had ontwikkeld.
Márcio Amaral, verantwoordelijk voor de opgraving, vat het zonder omwegen samen: “Dit zijn geen geografische toevalligheden. Het is inheemse techniek. Deze gemeenschappen wisten hoe ze met water, voedsel en zelfs de dood moesten omgaan met een intentie die wij archeologen nu pas beginnen te begrijpen.”
Archeologe Geórgea Holanda werkt samen met andere archeologen aan een van de grafurnen die in het Braziliaanse Amazonewoud zijn gevonden.
Het bergen van de urnen was geen gemakkelijke taak. Door de omgevallen boom waren de archeologische voorwerpen bijna drie meter hoog terechtgekomen, verstrikt tussen de wortels. Om ze te bergen, improviseerden de lokale bewoners een traditioneel houten steiger, nog een voorbeeld van hoe de gemeenschap en de archeologen nauw hebben samengewerkt.
Unieke keramiek en raadselachtige rituelen volgens archeologen
Uit de eerste analyses blijkt dat de urnen zijn gemaakt van een groene kleisoort die zeldzaam is in het Amazonegebied. Sommige fragmenten zijn versierd met rode engobe, maar geen enkel fragment komt overeen met bekende keramische tradities, zoals de Amazonische polychromie. Voor archeologen opent dit de deur naar de identificatie van een nog niet gedocumenteerde culturele groep.
Nog verontrustender is de vermenging van menselijke en dierlijke resten in het binnenste. Vissen en schildpadden die de ruimte delen met menselijke botten duiden op rituelen waarbij voedsel een symbolische rol speelde in de overgang naar het hiernamaals. Hoewel etnoarcheologische vergelijkingen met andere Andes- en Zuid-Amerikaanse laaglandculturen deze mogelijkheid ondersteunen, waarschuwen de archeologen zelf dat er meer onderzoek nodig is voordat definitieve conclusies kunnen worden getrokken.
De opgraving en het daaropvolgende transport van de urnen naar Tefé, 190 kilometer verderop over de rivier, werden volledig uitgevoerd door de buurtbewoners onder wetenschappelijk toezicht. Voor de archeologen is dit gemeenschapsmodel van cruciaal belang: het garandeert niet alleen logistiek succes in een zo complexe regio, maar bevestigt ook dat traditionele kennis een fundamentele rol speelt bij de interpretatie van het verleden.
“Dit was archeologie van binnenuit”, zegt Amaral. “Wij archeologen hebben tijdens het opgraven veel geleerd. We hebben samen gegeten, naar lokale verhalen geluisterd en meer inzicht gekregen in de spirituele band die de gemeenschap met haar grondgebied heeft.”
Deze benadering sluit aan bij de internationale academische trend om de archeologie te “dekoloniseren”, dat wil zeggen om inheemse stemmen een centrale rol te geven in het onderzoek. In een regio als het Amazonegebied, waar geen schriftelijke bronnen zijn maar wel een rijke mondelinge overlevering, erkennen archeologen dat deze benadering een keerpunt kan betekenen in de manier waarop het verleden wordt geïnterpreteerd.
Afgelopen oktober zagen de inwoners van de gemeenschap Amandarubinha de omgevallen boom en namen ze contact op met een plaatselijke priester, die op zijn beurt contact opnam met het Mamirauá Instituut, meer dan 150 mijl verderop, voor archeologen
Op dit moment worden de urnen nog onderzocht in het Mamirauá Instituut in Tefé. Maar wat begon met een door de wind omvergeworpen boom, is uitgegroeid tot een open deur naar een vergeten wereld. Een wereld waarin archeologen ontdekken hoe water, ceremonie en het dagelijks leven met elkaar verweven waren in een netwerk van betekenissen dat we nog maar net beginnen te ontcijferen.